-
1 aanzetten
aktiváDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > aanzetten
-
2 aanzetten tot
aktiváDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > aanzetten tot
-
3 aktivá
aanzetten, aanzetten tot [v], activeren ; bevorderen, vooruitbrengen -
4 aktivá
aanzetten, aanzetten tot [v], activeren ; bevorderen, vooruitbrengen -
5 incitement to rebellion
aanzetten tot opstand -
6 to feed in
aanzetten -
7 to wet
aanzettenbevochtigennatmaken -
8 päls
aanzetten -
9 instigate
-
10 ansetzen
ansetzenI 〈onovergankelijk werkwoord; haben〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉4 beginnen, vormen5 aanzetten, vormen7 ramen, begroten♦voorbeelden:das Glas ansetzen • het glas aan de mond zetten6 eine Besprechung auf, für den nächsten Tag ansetzen • een bespreking voor de volgende dag vaststellen9 eine Bowle, einen Likör ansetzen • een bowl, likeur bereiden¶ 〈 figuurlijk〉 den Hebel an der richtigen Stelle ansetzen • iets goed, op de juiste manier aanpakken♦voorbeelden:1 Kalk, Zahnstein setzt sich an • kalk, tandsteen zet aan -
11 goad
n. prikkelen, aansporen--------v. drijven, aanzetten, prikkelengoad1[ good] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 prikkel ⇒ stimulans, aansporing————————goad2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:he was goaded on by his need for/of drugs • hij werd gedreven door zijn behoefte aan drugshe goaded her into killing her husband • hij bracht haar ertoe haar man te doden -
12 impel
v. aanzetten, aanmoedigen, voortdrijven -
13 turn on
enthousiast raken; aanzetten, aandoen (radio e.d.); opendraaien, openzetten (water, gas)turn on1 enthousiast/opgewonden rakenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:3 does leather turn you on? • geeft leer je een kick?————————turn ondraaien om, afhangen van; gaan over 〈 van gesprek〉 -
14 work
adj. van het werk--------n. werk; arbeid; beroep; werkplaats; handenarbeid; arbeid; handeling; inspanning--------v. werken; arbeiden; aan het werk zetten; lopen, functioneren; veroorzaken; leiden; oplossen; langzaam vooruit komenwork1[ wə:k]2 borduur/hand/naaldwerk♦voorbeelden:have one's work cut out (for one) • ergens de handen aan vol hebbenset to work • aan het werk gaan/zettenset about one's work in the wrong way • verkeerd te werk gaanat work • aan het werk; op het/zijn/haar werkmen at work • werk in uitvoeringbe in regular work • vast werk hebbenthis must be the work of the cat • dit heeft de kat vast gedaanthe work of an hour/a day • een uur(tje)/dag werkout of work • werkloos〈 spreekwoord〉 all work and no play makes Jack a dull boy • 't is een slecht dorp waar het nooit kermis is; de boog kan niet altijd gespannen zijnII 〈 meervoud〉1 oeuvre ⇒ werken, verzameld werk♦voorbeelden:¶ 〈 slang〉 give someone the works • iemand f onder handen nemen; 〈 in het bijzonder〉 iemand om zeep helpen〈voornamelijk Amerikaans-Engels; informeel〉 shoot the works • alles op alles zetten, alles riskerenit's in the works • er wordt aan gewerkt→ public public/————————work2♦voorbeelden:the scheme didn't work • het plan werkte nietwork away • (druk) aan het werk zijnwork on • doorwerkenwork against • tegengaan/werken, belemmerenwork at • werken aan, zijn best doen opit works by electricity • het loopt op elektriciteitwork on • werken aan, bezig zijn metwork to • werken volgens/aan de hand vanwork (up)on • van invloed zijn op, doorwerken in/opwork with • (samen)werken metwork round to • toe werken naar/aansturen opII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 verrichten ⇒ tot stand brengen, bewerkstelligen3 in werking zetten ⇒ aanzetten, bedienen, bewerken, in bedrijf houden5 bewerken ⇒ kneden, werken met7 (op)naaien ⇒ stikken, borduren♦voorbeelden:3 work a district • een district afwerken/reizenwork a farm • het boerenbedrijf uitoefenenwork a mine • een mijn exploiterenworked by steam • met stoom aangedrevenwork one's way to the top • zich naar de top werken5 work clay • kleien, boetserenwork someone to tears • iemand in huilen doen uitbarsten -
15 startup
n. een computer aanzetten, een computer opnieuw aanzetten; een bedrijf, dat een nieuw produkt of idee ontwikkelt (voordat het winstgevend is) -
16 allumage
-
17 allumer
allumer [aaluumee]♦voorbeelden:allumez dans l'entrée • doe 't licht eens aan in de hal2 vuur, vlam vatten ⇒ ontbranden1. v1) aansteken, aanzetten2) prikkelen, opwekken2. s'allumerv1) ontvlammen, ontbranden -
18 amener
amener [aamnee]1 (mee)brengen ⇒ (aan-, toe)voeren, meenemen2 ten gevolge hebben ⇒ met zich brengen, teweegbrengen, meebrengen♦voorbeelden:qu'est-ce qui vous amène ici?, quel bon vent vous amène? • wat voert u hierheen?→ mandat♦voorbeelden:1. v1) meebrengen, meenemen2) [iemand] ergens toe brengen4) ophalen [visnet]5) strijken [vlag]2. s'amenerv -
19 cabrer
-
20 inciter
inciter (à) [ẽsietee]〈 werkwoord〉1 aanzetten (tot) ⇒ brengen (tot), stimuleren (om)v(à) aanzetten (tot), stimuleren (om)
См. также в других словарях:
Нидерландская политика по наркотикам — основана на двух принципах: 1. Употребление наркотиков относится к проблемам здравоохранения и не является преступлением 2. Строго различаются «лёгкие» (производные конопли … Википедия
Catharina Halkes — Catharina (Tine) Joanna Maria Halkes (auch: Tine Govaart Halkes; * 2. Juli 1920 in Vlaardingen; † 21. April 2011 in Nijmegen) war eine niederländische römisch katholische Theologin. Halkes studierte Niederländisch an der Rijksuniversiteit Leiden… … Deutsch Wikipedia
Daumenschraube — Jemandem Daumenschrauben anlegen (oder ansetzen): ihm derb zu Leibe gehen, hart zusetzen, ihn durch moralische Zwangsmittel zu etwas bestimmen. Die Redensart ist von der Folterung entlehnt. Die Daumenschraube war ein eisernes Schraubzeug, das… … Das Wörterbuch der Idiome